Hoge en lage WW-premie
Met de invoering van de WAB is er sprake van een lage en hoge WW-premie. De hoogte van de WW-premie is afhankelijk van het type arbeidsovereenkomst en of er aan bepaalde vereisten is voldaan. In dit artikel gaan we daar nader op in.
Welke WW-premie?
De lage WW-premie is van toepassing als er sprake is van:
- Een schriftelijke arbeidsovereenkomst;
- Voor onbepaalde tijd;
- Die geen oproepovereenkomst is.
De hoge WW-premie is van toepassing als er sprake is van een oproepovereenkomst of voor een contract van bepaalde tijd. Ook als een arbeidsovereenkomst niet schriftelijk is overeengekomen geldt de hoge WW-premie.
In 2022 is de lage WW-premie 2,70% en de hoge WW-premie 7,70%.
Oproepovereenkomst
Er is sprake van een oproepovereenkomst:
- Wanneer de omvang van de arbeid niet is vastgelegd in een aantal uren per tijdseenheid van maximaal een maand;
- Wanneer de omvang van de arbeid niet is vastgelegd in een aantal uren per tijdseenheid van maximaal een jaar waarbij het loon gelijkmatig over het jaar is gespreid; of
- Wanneer de werknemer op grond van artikel 7:628 lid 5 of artikel 7:691 lid 7 BW (uitsluiting van de loondoorbetalingsplicht) geen recht heeft op het naar tijdruimte vastgestelde loon, indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht.
Art. 7:628a lid 9 BW voorziet in een wettelijke definitie van de oproepovereenkomst
Voorbeelden
Een werknemer heeft bij een oproepovereenkomst, zoals een m.u.p. (arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht) geen zekerheid over het aantal uren dat hij werkt en welke loon hij maandelijks verdient.
En bij een min-max contract is dat ook het geval omdat de werknemer niet weet wat zijn maandloon is omdat het aantal gewerkte uren kan variëren binnen het minimum en maximum van de arbeidsovereenkomst.
Anderzijds is het wel mogelijk om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een arbeidsomvang per jaar overeen te komen waarbij het loon gelijkmatig over het jaar is gespreid (jaarurennorm) om in aanmerking te komen voor de lage WW-premie.
Uitzonderingen lage WW-premie
Er zijn 3 uitzonderingen waarbij een werkgever altijd de lage WW-premie betaalt.
- Voor de arbeidsovereenkomst met een BBL-leerling met wie een praktijkovereenkomst is gesloten. Dit op voorwaarde dat de praktijkovereenkomst door de onderwijsinstelling, student en bedrijf is ondertekend en onderdeel uitmaakt van de administratie.
- Ook voor de arbeidsovereenkomst met een werknemer jonger dan 21 die maximaal 48 uur per vier weken of 52 uur per maand wordt verloond, mag de lage WW-premie worden toegepast. Voor tijdvakken waar meer dan 48 respectievelijk 52 uur per tijdvak is verloond moet de hoge WW-premie worden toegepast.
- Over uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen (WW, ZW, WIA, WAO, WAZO) is de lage WW-premie verschuldigd.
Herzien
Naast uitzonderingen zijn er ook situaties denkbaar, waarin de lage WW-premie moet worden herzien.
- Als de dienstbetrekking binnen twee maanden of na precies twee maanden na aanvang eindigt (proeftijdontslag).
- Daarnaast treedt per 1 januari 2022 de tweede herzieningsgrond in werking. Medewerkers voor wie de lage WW-premie geldt, mogen in een kalenderjaar niet meer dan 30% aan uren extra verloond krijgen. Is dat wel het geval, dan geldt voor het hele jaar de hoge WW-premie. Onder het kopje bijzondere situaties kan je een aantal tips vinden om dit te voorkomen, zoals een tijdelijke uitbreiding van het aantal contracturen. Deze regel geldt niet als de overeengekomen arbeidsduur 35 uur of meer is of als een uitzondering van toepassing is.
Bijzondere situaties
Er zijn ook diverse bijzondere situaties te bedenken. Een overzicht daarvan is te vinden in het kennisdocument Premiedifferentiatie WW versie 1.5.
Administratieve verplichtingen
De werkgever is verplicht om op de loonstrook te vermelden of er een schriftelijke arbeidsovereenkomst (of schriftelijk addendum bij de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst) is overeengekomen en in de loonaangifte met een indicatie Ja/Nee aan te geven of er hiervan sprake is. Via het digitaal verzekeringsbericht van UWV kan de werknemer controleren of de aard van het contract juist in de loonaangifte is opgenomen.