Functieomschrijving en -waarderingÂ
In een functieomschrijving van een medewerker staan de taken, bevoegdheden, en de verantwoordelijkheden van de medewerker vermeld, maar ook de eisen aan kennis, opleiding vaardigheden, werkervaring. Tenslotte worden de psychische en fysieke belastingen (inconveniënten) voor het uitoefenen van de functie hierin opgenomen.
Functieomschrijvingen vormen ook de basis om uiteindelijk een juiste indeling te maken voor het opstellen van een salarisgebouw.
Binnen de CAO MITT is het Handboek Functiewaardering Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie 2014 van de Vakraad MITT van toepassing.
De functieomschrijvingen van een groot aantal modelfuncties (referentiefuncties) zijn daarin opgenomen.
Het waarderen van de functies (CAO MITT)
Voor het waarderen van de functies is in de CAO MITT gebruik gemaakt van het “ORBA de Nieuwe Generatie”-indelingssysteem, de opvolger van “ORBA”. Dit systeem is ontwikkeld door de AWVN (Algemene Werkgeversvereniging Nederland). Met behulp van dit systeem zijn door deskundigen punten toegekend aan de diverse (referentie)functies.
Vervolgens worden de functies aan de hand van de puntenverdeling gerangschikt in een functiegroep met daarbij behorend salarisniveau. Bijv. functiegroep 1 betreft functies met punten 0 – 30, functiegroep 2 met punten 3 – 50 etc. tot en met functiegroep 11 met punten 230 – 260.
Aan de hand van de indeling van functies komt men tot inschaling van de functies.
Bepaling referentiefunctie
Om te beoordelen welke referentiefunctie het best past bij de werkzaamheden die een werknemer in praktijk uitvoert, moeten de volgende stappen worden ondernomen:
- Verzamelen en vastleggen van functie-informatie. (Hulpmiddel: ORBA de Nieuwe Generatie vragenformulier in het Handboek Functiewaardering MITT).
- Het met behulp van het vragenformulier selecteren van geschikte referentiefuncties;
- Het vergelijken van de functie van de werknemer met de referentiefuncties en het wegen van de geconstateerde verschillen;
- Het nemen van een indelingsbeslissing. De werkgever deelt de functie van de werknemer in bij de referentiefunctie(s) die het best van toepassing.
Er zijn functies die niet in de cao's genoemd worden; dat kunnen bijvoorbeeld “combifuncties” zijn, functies die elementen van meerdere functieomschrijvingen in zich verenigen. Vervolgens kunnen de combifuncties ingedeeld en ingeschaald worden.