De consument vond de kledingwinkels ook in oktober weer
02-12-2021- Oktober was een goede maand voor kledingwinkels en winkels in schoenen en lederwaren blijkt uit cijfers van het CBS. Er werden enorme groeipercentages behaald, namelijk ruim 46 procent in waarde voor de kledingwinkels en 35 procent voor de winkels in schoenen en lederwaren, vergeleken met de slechte maand oktober 2020. Dankzij de groei steeg de omzet ook uit boven het niveau van oktober 2019. Het volume van de verkopen steeg met ruim 42 procent in kleding hetgeen een gemiddelde prijsstijging van 4 procent inhoudt. In schoenen bleven de prijzen ongeveer gelijk en daarmee de verhouding verkopen in waarde en volume ook.
In de woninginrichting werd in oktober net iets meer omgezet dan in oktober 2020, maar 5 procent minder in volume. Ook hier steeg de prijs dus gemiddeld. De omzet van webwinkels en postorders (alle artikelen) steeg met 7 procent in volume en waarde en het is daarmee voor het eerst sinds precies twee jaar, oktober 2019, dat geen dubbele groeicijfers konden worden genoteerd.
Ook in de cijfers van het CBS over de consumptie in Nederlandse zien we flinke stijgingen terug, althans voor kleding, textiel, schoenen en lederwaren. In woninginrichting loopt de groei duidelijk terug. In het derde kwartaal van 2021 werd door de consument in totaal 5% meer besteed, maar in kleding en textiel 10%. In volume werd 8,7% meer gekocht. Voor schoenen en lederwaren meldt het CBS groeipercentages van bijna 7% in waarde en 7,5% in volume voor het derde kwartaal van dit jaar.
Aan woninginrichting werd 3,4% meer besteed, maar het volume aan bestedingen liep net met 0,1% terug ten opzichte van het derde kwartaal van 2020. Wel is in alle drie de branches zo’n 10% meer uitgegeven dan in het derde kwartaal van 2019.
Omzet groothandel
De omzet van de groothandel in kleding en schoenen is over het derde kwartaal van 2021 tegengevallen, een min van bijna 6%. Wel zagen we voor het 2e kwartaal van 2021 eindelijk een flinke stijging van meer dan 21%, na 5 kwartalen van dalingen. Dit lijkt heel wat, maar is gemeten ten opzichte van een beroerd 2e kwartaal in 2020 en nog steeds 2% onder de waarde van de omzet van het tweede kwartaal van 2019. In het derde kwartaal werd dit niet beter.
Veel kleding en textiel wordt buiten de retail aan professionele partijen geleverd. Hier ontbreken specifieke cijfers, maar wel kunnen we bruto investeringscijfers in materiele vaste activa volgen, aannemende dat kleding en textiel meegaan in de vaart der investeringen. De grafiek laat een grillig, seizoenpatroon zien, met jaarlijkse dieptepunten in augustus en een dip in 2020. Gemiddeld stijgen investeringen in woningen, machines, bedrijfsauto’s etc wel met zo’n 5 á 6% per jaar en de waarde staat nu op 130% ten opzichte van 2015. Corona ellende deed de investeringen volgens de cijfers van het CPB in 2020 met 5,4% dalen, maar voor 2021 en 2022 verwacht men stijgingen van 1,7% resp. 3,6%.
Omzet industrie
De omzetten in het derde kwartaal in de kleding- en textielindustrie gaven een gemengd beeld. In de kledingindustrie noteerde men lagere omzetten in het binnenland (-7%) maar fors hogere omzetten in export (+16%). In totaal resulteerde dit in een min van 1,5%. De textielindustrie boekte in totaal een omzetwinst van 6% door een groei van 12% in het binnenland en 3,5% in het buitenland. Voor de textielindustrie komen de cijfers voor 2021 wel positief uit, maar de kledingindustrie zal nog een goed vierde kwartaal nodig hebben om 2021 boven nul te eindigen.
Kosten en prijzen blijven stijgen
Duurdere energie zorgde in september voor een stijging van de inflatie meldt het CBS. Energie was in september 19,4 procent duurder dan een jaar eerder. In augustus was dit nog 13,7 procent. Naast gas en elektriciteit had ook de prijsontwikkeling van motorbrandstoffen een verhogend effect op de inflatie. Consumentengoederen en -diensten waren in september 2022 2,7 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. In augustus was de inflatie 2,4 procent. Gemiddeld is de inflatie over negen maanden van 2021 2 procent. In oktober is deze verder gestegen en voor november voorziet men 5,6%.
Energie levert bedrijven serieuze kostenstijgingen op, naast de sterk gestegen kosten voor grondstoffen, logistiek en gestegen loonkosten in binnen- en buitenland. We zien de invoerprijzen voor textiel tussen mei en oktober met ruim 6% oplopen ten opzichte van oktober 2020. De invoerprijs van kleding liep tussen juni 2021 en oktober met 5% op. Uit navraag bij CBS blijkt dat men vervoerskosten zoveel mogelijk BUITEN deze prijsontwikkeling houdt (Zie toelichting onder dit artikel *). Het gaat dus zoveel mogelijk om de prijzen van de goederen zelf.
Bedrijven en zeker ook consumenten gruwelen van deze cijfers, temeer daar de stijging van productiekosten natuurlijk in de prijzen in de winkel gaan doorwerken. Helaas voor bedrijven zijn mogelijkheden om stijgende kosten meteen door te berekenen gelimiteerd door al gemaakte afspraken. Mogelijkheden om te investeren (duurzaamheid, scholing, digitalisering) worden sterk beperkt, en dat na een heel slecht 2020 voor de meeste bedrijven in onze sectoren.
We kijken scherp naar de consumentenprijzen omdat ze een maatstaf zijn voor het herstel van de branche. Dalingen betekenen uitverkoop, stijgingen geven marge en dus lucht. Maar niet bij kosten die zo hard oplopen… Consumenten moeten zich voorbereiden op duurdere kleding en textiel, dat is zeker.
In september zagen we de prijzen in de winkel al stijgen, maar niet overal. Het beeld binnen kleding is verschillend voor dames- heren- en kinderkleding, waarbij herenkleding nog in een lastige hoek zit. Voor schoenen geldt hetzelfde. Binnen textiel voor consumentenmarkten, woninginrichting, zien we ook verschillen: beddengoed en tafel/bad/toiletlinnen scoren negatief, in meubels, vloerbedekking, stoffen en gordijnen gaat het nog steeds goed. Cijfers tot en met november verwachten we rond 6 december.
Branche |
Consumenten prijsstijging september 2021 |
Consumenten prijsstijging 9 maanden 2021 (afgerond) |
Kleding totaal |
+0,9% |
+2% |
Herenkleding |
-1% |
-1% |
Dameskleding |
+2,1% |
+2% |
Kinderkleding |
0% |
5% |
Schoenen |
-2% |
-1,5% |
Meubels en stoffering |
+6% |
+4,5% |
Vloerbedekking |
+4% |
+3,5% |
Meubelstoffen en gordijnen |
+1,4% |
+0,5% |
Beddengoed |
-8,8% |
-1,5% |
Tafel en toiletlinnen |
-3,8% |
+0,5% |
(tekst Modint, cijfers CBS)
*) De PPI is gebaseerd op het registreren van af fabrieksprijzen voor binnenlandse afzet en export en van franco-grensprijzen (Nederlandse grens, zeehaven of luchthaven!) voor import. Transportkosten kunnen immers het zuivere prijsverloop van producten beïnvloeden. Er moet dus altijd naar gestreefd worden om prijzen te registreren die uitgaan van deze condities. Dit gaat vooral op voor zware of volumineuze goederen omdat het aandeel vrachtkosten hierbij relatief hoog is. In de praktijk blijkt dit niet altijd haalbaar en moeten we genoegen nemen met prijzen op basis van levering franco bestemming (binnenland/export) of af fabriek (import). De transportkosten worden dan niet rechtstreeks aan de producten toegerekend. Bij invoer zijn soms de transportkosten in het geheel niet bekend wanneer de leverancier de goederen franco huis aflevert.