Nieuwsbrief Tapijt februari 2022
Markt & economie
- Door coronacrisis meer uitgaven voor ‘thuis’
- Tarkett lanceert ‘Klimaatroutekaart voor 2030’
- Fedustria peilt effecten van de pandemie
- Woongerelateerde omzet levert in 2021 iets in
Beurzen
- Beurzen Heimtextil en Salone del Mobile in juni
PFAS
- PFAS in de tapijtsector: uiterlijk 2025 alle toepassingen verboden
Brexit
- Brexit Adjustment Reserve (BAR)
- Euratex: Brexit ‘lose-lose-deal’ voor EU en VK
Bedrijven
- De wereldmissie van Interface: het verduurzamen van vloeren
- Directeur Lens Nekeman van Interfloor:"Als bijna 200 jaar kamerbreed specialist pakken we onze verantwoordelijkheid in de branche"
- Interface en Niaga finalist Circular Awards ’22
Markt & economie
Door coronacrisis meer uitgaven voor ‘thuis’
De bestedingen van huishoudens zijn in het eerste jaar van de coronacrisis substantieel achtergebleven bij het inkomen. Rekening houdend met prijsstijgingen waren de gemiddelde bestedingen in 2020 bijna 3 procent minder dan in 2015, terwijl het gemiddeld inkomen in 2020 bijna 13 procent hoger was. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS op basis van het vijfjaarlijkse budgetonderzoek. Met name de bestedingen aan horeca, recreatie, cultuur en vervoer liepen een deuk op in 2020. De andere kant van de medaille was dat er meer geld werd uitgegeven aan buiten recreëren en thuis leven.
Gemiddeld besteedden huishoudens 35300 euro (2940 euro op maandbasis) in 2020, wat neerkomt op 75 procent van hun inkomen. In 2015 was dit nog 88 procent. De besparing van huishoudens was in 2020 twee keer zo hoog als in 2015. Aan de stoffering van de woning (vrijwel alle woninginrichtingsartikelen) plus huishoudelijke apparaten werd in 2020 evenwel 20 procent meer uitgegeven ten opzichte van 2015. Het gemiddeld besteed bedrag (niet gecorrigeerd voor prijsstijgingen) van huishoudens aan stoffering en apparaten groeide van 1820 euro in 2015 naar 2287 euro in 2020. Markant is dat de betreffende bestedingen van de groep met het hoogste besteedbaar inkomen in vijf jaar opliepen van 3900 euro naar 5100 euro, die van het laagste besteedbaar inkomen van 600 euro naar 900 euro.
Als percentage van de totale bestedingen van particuliere huishoudens, namen de uitgaven aan stoffering en apparaten toe van 5,4 procent in 2015 naar 6,5 procent in 2020. Voor specifiek vloerbedekking steeg het gemiddeld besteed bedrag (niet gecorrigeerd voor prijsstijgingen) van 70 euro naar 114 euro tussen genoemde jaren, het bestedingsaandeel zodoende van 0,2 procent naar 0,3 procent. Huiseigenaren investeerden ook meer in onderhoud en verbetering van de eigen woning. Deze investeringen – die formeel niet tot de bestedingen horen – waren in 2020 gemiddeld 17 procent hoger dan in 2015. (En zelfs het dubbele van dit percentage zonder correctie voor prijsstijgingen).
Huishoudens besteedden daarentegen gemiddeld 28 procent minder in de horeca dan in 2015, gaven 14 procent minder uit aan recreatie en cultuur, en 13 procent minder aan kleding en schoenen dan vijf jaar geleden. Lockdowns beperkten de bestedingen buitenshuis en in niet-essentiële winkels, zoals kleding- en schoenenzaken. Huishoudens besteedden ook 15 procent minder aan vervoer dan in 2015, te herleiden tot het thuiswerken en de reisbeperkingen. Daarentegen stegen de bestedingen aan voeding voor thuis met 8 procent. De bestedingen aan recreatie en cultuur verschoven in 2020 van theaters, bioscopen, attractieparken, musea, vakanties en pakketreizen in de richting van goederen, zoals fotoapparatuur, hard- en software, maar ook spelartikelen, huisdieren en literatuur, zo stelt het CBS verder nog vast.
Tarkett lanceert ‘Klimaatroutekaart voor 2030’
Tarkett heeft vorige week zijn nieuwe ‘Klimaatroutekaart voor 2030’ uitgebracht, in lijn met de doelstelling van het ‘Klimaatakkoord van Parijs’ om de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad. De onderneming verklaart tegen 2030 een vermindering van dertig procent van de uitstoot van broeikasgassen in zijn gehele waardeketen te verwezenlijken. De onafhankelijke organisatie Science Based Targets (SBTi) heeft inmiddels een begin gemaakt met het wetenschappelijk verantwoord toetsen en fiatteren van de doelstellingen van Tarkett ten aanzien van de vermindering van broeikasgassen.
De ‘Klimaatroutekaart voor 2030’ van Tarkett omvat de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door zijn eigen werkzaamheden (scope 1) en zijn ingekochte energie (scope 2), evenals die welke voortkomen uit de rest van zijn waardeketen, van leveranciers tot eindklanten (scope 3). De vloerenleverancier onderstreept dat de bouwsector een belangrijke bijdrage kan leveren aan het behoud van hulpbronnen en het inperken van de klimaatimpact, aangezien deze zo’n veertig procent van de wereldwijde broeikasgasemissies (productie, transport en verbranding) en zestig tot zeventig procent van het totale afval voor zijn rekening neemt.
3 scopes of ghg emissions
De drie ‘scopes’ (reikwijdtes) van de uitstoot van broeikasgassen. “Deze doelstellingen zijn buitengewoon uitdagend, aangezien slechts tien procent van onze uitstoot verband houdt met onze eigen productieactiviteiten. De rest komt van het gebruik van grondstoffen en het omgaan met en het verbranden van onze producten aan het einde van hun levensduur,” stelt Arnaud Marquis, bij Tarkett belast met duurzaamheid. “Het stellen van deze doelen voor de gehele waardeketen is een win-winsituatie – het helpt onze eigen uitstoot van broeikasgassen en die van onze klanten te verminderen.” Marquis doet een beroep op alle ‘stakeholders’ om zich bij Tarkett aan te sluiten, opdat rapper vooruitgang valt te boeken.
In het afgelopen decennium heeft Tarkett de uitstoot van broeikasgassen met achtendertig procent verminderd (scope 1 en 2) en geeft nu een slinger aan de al geboekte vooruitgang in het kader van de ‘Klimaatroutekaart voor 2030’. Het concern behaalde onlangs een B-score (de op één na hoogste) van de non-profitorganisatie CDP voor zijn milieuprestaties. Broeikasgasreducties worden nu al bereikt door verhoogde energie-efficiëntie op productielocaties, hernieuwbare energiebronnen en door producten ‘ecologisch’ te ontwerpen, ofwel het door middel van eco-design selecteren en gebruiken van hoogwaardige materialen met een lage ecologische voetafdruk.
Laatstgenoemde aanpak, stoelend op de Cradle to Cradle-beginselen, vermindert de behoefte aan nieuwe grondstoffen en vermindert tegelijkertijd de CO2-voetafdruk van het bedrijf. Als onderdeel van zijn op de circulaire economie gerichte aanpak, heeft Tarkett het terugname- en recyclingprogramma ReStart in het leven geroepen. Dit programma helpt klanten bij het wegleiden van afgedankte vloeren naar voorheen de verbranding of de stortplaats, waardoor zij recycling mogelijk maken en tegelijk hun ecologische voetafdruk verkleinen. Op zijn nieuwe website is meer informatie op dit terrein te vinden.
Bron: Vloerenplein
Fedustria peilt effecten van de pandemie
Acht van de tien lidbedrijven van Fedustria, de Belgische federatie van de textiel-, hout- en meubelindustrie, zagen ook in de voorbije maand januari hun grondstoffenkosten nog verder stijgen. Uit de zogeheten ‘corona-enquête’ van de organisatie blijkt voorts dat de helft van de bedrijven (47 procent) te maken heeft met niet-levering of (zeer) laattijdige levering van grondstoffen of onderdelen. De andere helft (48 procent) meldt daarentegen sporadisch problemen op het vlak van leveringen te hebben ondervonden.
Geconstateerd wordt dat de piek van de logistieke problemen voor de meeste bedrijven voorbij blijkt te zijn. Ruim de helft (55 procent) van de bedrijven meldt dat de aanvoerproblemen weliswaar niet verdwenen zijn, maar toch afgenomen. Niettemin ondervindt eén op de vier bedrijven (27 procent) nog steeds behoorlijk wat hinder door de logistieke problemen. De productie werd evenwel minder gehinderd dan verwacht door aanvoerproblemen van grondstoffen en materialen, waarbij de federatie erop wijst dat met name voldoende vooraf opgebouwde voorraad flink heeft geholpen. De gestegen prijzen voor grondstoffen, materialen en onderdelen werden en worden door de bedrijven in de textiel-, hout- en meubelindustrie doorberekend. Amper 9 procent van de bedrijven bij onze zuiderburen geeft aan dat ze dat al volledig hebben kunnen doen, 54 procent grotendeels en 30 procent slechts gedeeltelijk.
Bron: Vloerenplein
Woongerelateerde omzet levert in 2021 iets in
De winkels in meubels, verlichtingsartikelen en woninginrichting algemeen assortiment en de winkels in doe-het-zelfartikelen, keukens en vloeren (waaronder de verkopers van parket, laminaat en kurk) hebben in 2021 een bescheiden omzetverlies geboekt, zo rapporteert het CBS, terwijl deze winkels in 2020 nog hoge omzetten noteerden.
De winkels in meubels en woninginrichting laten op de plus van 7,9 procent in 2020 een krimpje van 1,1 procent volgen in 2021. De winkels in dhz-artikelen, keukens en vloeren sluiten het afgelopen jaar net niet vlak af (minus 0,9 procent) na de forse groei van 19,4 procent een jaar eerder. Ten opzichte van 2019 was de omzet van beide deelbranches wel hoger in 2021. De volumeontwikkeling van de winkels in meubels en woninginrichting (hun voor prijsveranderingen gecorrigeerde omzet) is vorig jaar 5,8 procent in het rood beland, die van de winkels in dhz-artikelen, keukens en vloeren pakt 4,0 procent lager uit. Na kleine omzetplusjes in oktober en november, sluiten de winkels in meubels en woninginrichting het jaar af met een stevige omzetgroei van 12,2 procent in de maand december (met een meer bescheiden volumegroei van 5,3 procent). Het vierde kwartaal komt voor deze deelbranche zodoende in de boeken met een omzetgroei van 4,8 procent (bij een volumekrimp van 1,3 procent).
De winkels in dhz-artikelen, keukens en vloeren laten een zelfde ontwikkeling zien. Kleine plusjes in oktober en november, worden gevolgd door een stevige omzetgroei van 9,6 procent in december (met een volumetoename van evenwel slechts 2,6 procent). Hun vierde kwartaal komt in de boeken met een omzetplus van 3,8 procent (bij een volumekrimp van 2,0 procent). In 2021 heeft de detailhandel als geheel 4,4 procent meer omgezet dan in 2020, met een 2,9 procent hoger verkoopvolume. De omzet van de winkels in non-food groeit met 2,5 procent, hun volume is echter 0,2 procent lager dan een jaar eerder. Opvallend is de omzetkrimp van 12,5 procent voor de bouwmarkten. Ten opzichte van 2019 ligt de omzet van de non-foodwinkels 2,2 procent hoger in 2021. In 2021 is de online omzet 23,6 procent hoger dan in 2020. Webwinkels hebben 18,9 procent meer omgezet. De online omzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is (multi-channelers) groeit met 29,4 procent. In 2020 bedroeg de groei van de online omzet bijna 44 procent.
Bron: Vloerenplein
Beurzen
Heimtextil en Salone del Mobile in juni
De voor deze maand afgeblazen vakbeurs Heimtextil vindt dit jaar eenmalig plaats in de vorm van een ‘Summer Special’ van 21 t/m 24 juni, parallel aan het beursduo Techtextil en Texprocess. “Het besluit om dit jaar een zomereditie te houden is het resultaat van een positief oordeel van de woning- en projecttextielbranche, die uitkijkt naar een herstart van persoonlijke zakelijke bijeenkomsten dit jaar. Exposanten en inkopers profiteren eveneens van waardevolle synergie-effecten tussen de drie internationale beursformules,” aldus organisator Messe Frankfurt. salone logoVanuit Italië komt bericht van de organisatie dat de zestigste uitgave van de Salone del Mobile.Milano verkast van april naar 7 t/m 12 juni. “Het evenement verplaatsen naar juni zorgt voor een sterke aanwezigheid van buitenlandse exposanten en professionals, wat altijd een van de sterke punten van de Salone is geweest, en het geeft de deelnemende bedrijven evenzo de tijd om hun aanwezigheid op de beurs zo goed mogelijk voor te bereiden,” zo stelt Maria Porro, voorzitter van de Salone del Mobile.Milano.
PFAS
PFAS in de textiel- en tapijtsector: uiterlijk 2025 alle toepassingen verboden
MODINT heeft vorige week geparticipeerd in het PFAS-overleg met het Ministerie van I&W. Eerder zijn er ook specifieke sessies geweest voor de textielindustrie (alle segmenten). Een deel van de bij MODINT aangesloten bedrijven is bekend met het gebruik en de toepassing van de chemische stof PFAS, maar een groter deel ook niet. Belangrijkste eigenschap van PFAS is het toevoegen van performance op textiel: waterafstotend, olie-afstotend, koffie en wijnvlekken afstotend. De toepassing is vooral bij outdoor kleding en -gear, regenkleding, skikleding, veiligheidskleding, tentdoek en tapijt. Lees meer>>
Brexit
Brexit Adjustment Reserve (BAR)
De EU heeft financiële middelen ter beschikking gesteld voor de lidstaten die het zwaarst getroffen zijn door Brexit. Nederland zal €886 miljoen ontvangen. Hiervan gaat een deel naar de visserijsector, een deel gaat naar de overheid (bv voor aanpassing van de douane) en een deel gaat naar het getroffen bedrijfsleven. In de afgelopen maanden is in overleg met vertegenwoordigers van diverse sectoren het deel voor het bedrijfsleven uitgewerkt in een drietal instrumenten (hier schijnt 30 mln. voor beschikbaar te zijn):
a. Regeling tegemoetkoming reeds gemaakte Brexit-gerelateerde kosten.
b. Subsidieregeling voor nog te maken Brexit-gerelateerde kosten.
c. BAR programma internationalisering (d.w.z. ondersteuning bij export naar alternatieve markten)
De regeling wordt op korte termijn bekend gemaakt. MODINT zal u op de hoogte houden via ons Brexit dossier. Meer informatie te verkrijgen bij Antonio Barberi Ettaro.
Euratex: Brexit ‘lose-lose-deal’ voor EU en VK
De in Brussel zetelende Europese Confederatie voor Kleding en Textiel (Euratex) ziet in de meest recente cijfers betreffende de handel tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk de bevestiging dat Brexit een ‘lose-lose-deal’ is gebleken voor de textielindustrie. De handelsdata over de eerste negen maanden van 2021 laten volgens de confederatie een ‘dramatische’ daling zien van de invoer en uitvoer van textielgoederen tussen de EU en het VK, met aanzienlijke verliezen voor bedrijven aan beide kanten. De situatie zal volgens haar waarschijnlijk verslechteren, aangezien de volledige douaneregeling tussen het VK en de EU op 1 januari 2022 in werking is getreden.
In vergelijking met dezelfde periode in 2020 registreerde de EU tussen januari en september een ‘dramatische’ daling van de invoer van textielgoederen (minus 44 procent, wat overeenkomt met bijna 2 miljard euro) en van de uitvoer (minus 22 procent, wat overeenkomt met 1,6 miljard euro). Uit de gegevens blijkt dat de meest getroffen EU-landen aan exportzijde Italië, Nederland, België en Duitsland zijn, terwijl aan importzijde Duitsland, Ierland en Frankrijk de meest getroffen landen zijn. In de textiel & kleding-sectoren worden kledingartikelen geconfronteerd met de sterkste daling van zowel import als export, wat overeenkomt met een totaal handelsverlies van meer dan 3,4 miljard euro over de periode van negen maanden. Ondanks deze ‘alarmerende’ cijfers, aldus Euratex, blijft het VK de belangrijkste exportmarkt voor textiel en kleding uit de EU. De situatie zal naar verwachting van Euratex nog kunnen verslechteren. Sinds 1 januari jl. vinden er volledige douanecontroles plaats. Het betekent dat de export- en importregels strenger zijn geworden: producten moeten al een geldige aangifte hebben en een douane-inklaring hebben gekregen. Voor export van Groot-Brittannië naar de EU moeten nu leveranciersverklaringen en de goederencodes worden gewijzigd. Euratex roept de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk op om effectief samen te werken om de problemen in de handelsovereenkomst tussen de EU en het VK op te lossen, die vlotte handelsstromen in de weg staan.
Bron: Vloerenplein
Bedrijven
De wereldmissie van Interface: het verduurzamen van vloeren
Vloerenfabrikant Interface gaat voorbij de huidige CO2-neutrale vloeren en wil CO2 opslaan in vloeren onder de missie: Climate Take Back. De overname van het Duitse vloerenbedrijf Nora was dan ook een logische keuze, meent Janneke Leenaars. “Zo kunnen we in de gezondheidszorg, in scholen en in het openbaar vervoer grote stappen zetten om vloeren wereldwijd te verduurzamen”, zegt ze tegen Change. Lees meer>>
Directeur Lens Nekeman van Interfloor:"Als bijna 200 jaar kamerbreed specialist pakken we onze verantwoordelijkheid in de branche"
"Ja weet je", zegt algemeen directeur Lens Nekeman van de bijna 200-jarige Interfloor: "mijn twee dochters, de zevende generatie Nekeman, gaan ook door. En ik wil onze positie nog verder verstevigen. Vandaar dat we nu vol gas geven”, Schrijft Wonen 360. Lees meer.>>
Interface en Niaga finalist Circular Awards ’22
Vloerenfabrikant Interface in Scherpenzeel en matrassen-, tapijten- en panelenproducent Niaga in Geleen behoren tot de drie finalisten van de Circular Awards 2022 in de categorie grote bedrijven. Op maandag 7 februari, de start van de Week van de Circulaire Economie, worden de prijzen door staatssecretaris Vivianne Heijnen uitgereikt op de Nationale Conferentie Circulaire Economie. De meest innovatieve projecten en producten van bedrijven en overheden die laten zien wat de circulaire economie kan betekenen voor Nederland, dingen mee naar de onderscheidingen. Iedere finalist bereidt een pitchvideo voor, die tijdens de conferentie wordt getoond. Voor Niaga treedt Sascha Bloemhof in het strijdperk. Het publiek stemt op basis daarvan op zijn favoriet en bepaalt zo de uiteindelijke winnaar. De Circular Awards is een initiatief van het Versnellingshuis Nederland Circulair! en wordt mogelijk gemaakt door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De organisatie ontving bij elkaar 161 inzendingen. Niaga, sinds enige tijd onder de hoede van Covestro, is onder meer bekend van zijn met het oog op circulariteit ontworpen tapijt. Interface profileert zich met CO2-negatieve producten en bericht met regelmaat over zijn inspanningen om de CO2-voetafdruk en die van de gebouwde omgeving te verkleinen. De derde finalist is ModuFair van Janssen de Jong Bouw in Eindhoven, een circulair gestapeld bouwconcept waarmee snel, betaalbaar en circulair appartementen zijn te realiseren.
Bron: Vloerenplein