Actualiteiten Arbeidsrecht
Op 5 juli jl. presenteerde minister van Gennip van Sociale zaken en Werkgelegenheid de plannen van het kabinet om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. In deze brief wordt vooral ingegaan op het stimuleren van duurzame arbeidsrelaties en het reguleren van flexibele arbeid waaronder het werken met of als zzp’er(s).
Hervormingen die op langere termijn verwacht worden, betreffen:
- verder tegengaan van schijnconstructies zzp, eventueel verandering ten aanzien van de Wet DBA (wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties)
- verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen hetgeen moet leiden naar een gelijkwaardiger sociale zekerheid van zelfstandigen en werknemers;
- verlichten van de lasten in het bij de loondoorbetaling bij ziekte (van 104 weken naar 52 weken).
Deze hervormingen vinden deels oorsprong in het eindrapport van de commissie-Borstlap van 23 januari 2020 en het SER MLT-advies uit juni 2021.Recent zijn er 2 belangrijke wetten ingevoerd, waaronder per 1 augustus de Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden. Deze wet heeft gevolgen op het gebied van verplichte scholing, nevenwerkzaamheden en de informatieplicht van de werkgever.
Voor wat betreft scholing geldt vanaf nu, dat bij opleidingen die een werkgever op grond van de wet of een cao verplicht is aan te bieden, de scholing op kosten en in werktijd van werkgever zijn. Discussie is er vooralsnog hoever de kosteloze scholingsplicht van de werkgever reikt. Door de nieuwe regels is een nevenwerkzaamhedenbeding nietig, wanneer deze het verrichten van nevenwerkzaamheden voor anderen (buiten werktijd) - zonder objectieve rechtvaardiging – verbiedt. Werkgevers hebben een nog verder uitgebreide informatieplicht naar werknemers toe. Bestaande werknemers kunnen om de ontbrekende informatie verzoeken, waar een werkgever binnen een bepaalde periode op moet reageren, variërend van 1 week tot 1 maand, afhankelijk van onderwerp.
Voor nieuwe arbeidsovereenkomsten geldt dat deze direct overeenkomstig de nieuwe wetgeving aangepast moet zijn. Het betreft o.a. informatie over de arbeidsrelatie dat direct (nieuwe medewerker) of binnen een week (bestaande werknemer) aan de werknemer moet worden verstrekt, zoals naam en woonplaats van partijen, arbeidsplaats, functie of aard van de arbeid, tijdstip van indiensttreding, duur van de overeenkomst, vakantieaanspraken, procedures voor beëindiging en opzegtermijnen, loonbetaling, voorspelbare/onvoorspelbare arbeidstijd, proeftijd, scholingsrechten en info over sociale-zekerheidsinstellingen. De informatieverschaffing kan gerealiseerd worden door verwijzing naar de wet, cao, personeelsregeling of de arbeidsovereenkomst. Tenslotte kunnen werknemers (veelal oproepkrachten) na 26 weken verzoeken om een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden.
Per 2 augustus 2022 de wet gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof. Hierbij kunnen werknemers (ouders) gedurende 9 weken ouderschapsverlof een UWV-uitkering ter hoogte van 50% van hun dagloon (met een maximum van 50% van het maximum dagloon) ontvangen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de werknemer de 9 weken opneemt in het eerste levensjaar van het kind. Bedoeling van de wet is mede dat ouders meer tijd krijgen om te wennen aan de nieuwe gezinssituatie en te kunnen hechten aan het kind.